zondag 1 maart 2020

Nature quest


Een weekend de bossen in gaaf! Vooral als het niet hard waait en je geen last hebt van je rug hebt. Maar daar kom ik zo op. Machtelt dropt me en gaat door met de kids naar het Heitelân. Hun plan: indoor schaatsen.

Naar een vertrouwde plek. Ik kampeerde hier in 2018 op precies dezelfde plek en in hetzelfde weekend. Het was toen 's nachts -10 (gevoelstemperatuur -15). Da's nu anders. Harde wind en af en toe regen. Het is één hele grote, vieze kleibende. Maar toch is het mooi. Mooi om de verschillen te zien, hoe het bos zich ontwikkelt, welke dieren er wel of niet zijn, wat ze doen en ook wat de mens er doet.

Tijdens een wandeling zie ik vanuit de verte een paar witte tipi's. Het is de plek waar Huize Horsterwold heeft gestaan, een replica steentijdboerderij gebouwd met vuurstenen bijlen. Deze rieten schuur is daarna in de fik gestoken. Allemaal in het kader van experimentele archeologie.

Op een rondleiding door de boswachter, jaren geleden, toen de boerderij net af was, vertelde ik dat ik verderop ook een hut van riet had. "A ha! Is die van jou. Ik wilde al een briefje ophangen" zei André. Ik mocht m'n gang gaan mits er geen precedentwerking zou ontstaan en er geen foute dingen zouden gebeuren. De boswachter gebruikte mijn hut tijdens rondleidingen en vertelde dat er een kluizenaar woonde. En soms was dat ook zo.

Er staan nu indianententen, zweethutten en wat houten gebouwtjes. Ze zijn bezig met een ceremonie. Ik moet stil zijn maar maak fluisterend een praatje. Of ik bekend ben met de ceremonie vraagt ze. Niet met de ceremonie maar heb wel eens in de zweethut gezeten. "Maar wat een uitrusting zeg. Ben je met een nature quest bezig?" De wat? Ja dat is het! Realiseer ik mij, ik ben altijd met de nature quest bezig.

Ik zet de tarp met de rug in de wind en steek het vuur aan om water te koken. Dit komt uit de sloot. Alleen in februari stroomt er water.

Ik heb een halve Billy met brandnetels geplukt. Ik maak aardappelpuree met tonijn en brandnetel. Lekker en gezond. De rook die steeds onder m'n tarp komt tijdens het koken is vervelend maar neem het op de koop toe. Het regent. Ik kook liever onder zeil.

Na het eten duik ik m'n nest in. Het is echt een nest want ik heb riet onder m'n bivakzak gelegd. Lekker warm. De wind buldert door de bomen en later in de nacht hoor ik luid gekraak. Er is ergens een tak uit een boom gewaaid. Pffff. Niet op mij. Ik voel me erg kwetsbaar.

De volgende ochtend is er een koor van vogels. Het begint met het roodborstje. Daarna de lijsters en de merels.  De havik roept. Later hoor ik de vinken. Dat zijn de uitslapers. Klein hoefblad bloeit. Gele, vliegende schotels die naar de zon kijken. Overal popups van brandnetel, kleefkruid en look zonder look. Ik snoep ervan. Het voorjaar is begonnen.

Ik hoorde vanochtend drie schoten. Twee keer kort na elkaar en later nog één. Doffe droge dreunen. Is dit nou het geluid van een demper? Geen verstand van. Er vindt afschot van damwild plaats omdat het bos zich slecht verjongt. Het is allemaal terug te vinden op internet.

Ik eet mijn kliekje van gisteravond en besluit mijn route af te stemmen op het geknal. Ze stoppen toch zo met schieten en misschien vind ik nog wel iets. Damhert tong lijkt me een delicatesse. Op zoek naar bloed- en sleepsporen. Ik vind verse bandensporen. Terreinbanden. Deze zijn van vanochtend, van na de regen. Ze zijn in ieder geval niet over het pad gegaan langs mijn bivak. Ik volg het spoor, het gaat van hoogzit naar hoogzit. Op schootsafstand liggen bieten als lokvoer. Ik kan natuurlijk zo'n biet meenemen en koken want suikerbiet is prima kost. Veel zoeter dan de rode bietjes uit de winkel. Maar ik heb last van m'n rug en wil zo'n joekel van een biet niet in m'n rugzak.

Ff een pauze in zo'n hoogzit. Je kunt daar lekker droog zitten, op een houten stoeltje met rondom zicht. Er komt een Subaru Forester aan. Dat zal de jager zijn. Wat zou hij zeggen als hij mij hier zag? Ik wacht het even af. De auto stopt naast de kansel maar hij stapt niet uit. Hij zwaait ook niet. Ik zie de loop van zijn geweer tussen hem en de bijrijderstoel. Hij frommelt zijn verrekijker uit een tas en kijkt even opzij en legt 'm weer weg. Hij trekt een blik frisdrank open en rijdt door. Hij heeft alleen oog voor het damwild. Ik check zijn bandenspoor. Het heeft een ander profiel.

Ik heb onwijs last van m'n rug. En het weer is K. Ik ben er klaar mee. Ik besluit om naar huis te gaan. In 20 minuten is alles gepakt. Ik stiefel naar station Nijkerk en pak de trein naar huis. Onder het genot van een blik Veltins typ ik dit verhaal.

Gegroet
Ik onder zeil.  

Zelf je eten klaar maken in dit prachtige resort. 

Lokvoer voor damherten... en voor mij. Suikerbiet is prima te eten.