Tijdens onze tocht wijs ik hem van alles aan. Gaatjes in de grond... wat zou daar in zitten? Ik roep "Hé hallo? Is er iemand thuis?..." Niemand doet open. Ik zeg dat er muizen wonen. Ik laat hem ook de keuteltjes zien. Hij vindt het leuk.
Hij baalt ervan dat de bomen stuk zijn. Er liggen een paar dikke, omgewaaide bomen op de grond. "Waarom liggen die bomen op de grond papa?" Nu maar iets vertellen over leven en dood.
Hij imiteert mijn gedrag. Onderweg naar de hut passeren we jonge beukenbomen met dood hout op pluk hoogte. Ik neem een armvol mee. Later zie ik hem dode houtjes plukken uit de bomen. "Kijk papa, voor het vuur."
Vervolgens naar het kampeerterreintje waar een hele grote interessante schep staat! Hij maak kennis met de brandnetels als hij brandweerman Sam speelt die aan het abseilen is. Papa doet er wel een beetje weegbree op. "Gaat het weer jongen?" "Ja hoor papa".
We zijn bijna een dag in het bos. We vertrekken in de ochtend en zijn eind van de middag weer thuis. We hebben een toptijd.